-
1 tendre
tendre1 [tãdr]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉1 teder ⇒ gevoelig, innig, lief(devol), zacht(aardig)2 teer ⇒ zacht, mals♦voorbeelden:pain tendre • vers broodviande tendre • zacht vleesn'être pas tendre pour qn. • niet zachtzinnig met iemand zijnc'est un tendre • het is een gevoelig mens————————tendre2 [tãdr]1 streven (naar) ⇒ beogen, gericht zijn (op), leiden (tot), strekken (tot)2 een neiging vertonen, hebben (om)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (uit)strekken ⇒ rekken, aanreiken, toekeren♦voorbeelden:araignée qui tend sa toile • spin die zijn web maakt1. adj1) teder, liefdevol, zacht2) zacht, mals2. v3) gaan (naar)4) (aan)spannen5) uitstrekken6) aanreiken7) behangen3. se tendrev -
2 viande tendre
viande tendre -
3 attendrir
attendrir [aatãdrier]1 vertederen ⇒ (ont)roeren, medelijden opwekken bij2 〈 vlees〉zacht, mals maken♦voorbeelden:1 d'un air attendri • geroerd, vertederd1 vertederd, geroerd worden (door) ⇒ medelijden hebben (met)2 zacht, mals worden 〈 van vlees〉 -
4 gras
gras [graa],grasse [graas]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m.〉3 dik ⇒ zwaarlijvig, vet(gemest)♦voorbeelden:quarante pour cent de matières grasses • vetgehalte veertig procentbouillon gras • vleesbouilloncrayon gras • zacht potloodgras à lard • moddervet, spekvetde gras pâturages • vette weidenplantes grasses • vetplantensoupe grasse • met vlees bereide soepfaire gras • vlees etenle gras de la jambe • de kuitterre grasse • vette grondparler gras • brouwen= grasse; adj1) vet(houdend)3) dik, zwaarlijvig4) vettig5) rijk, overvloedig
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский